ONDER ÉÉN DAK
Het verhaal van
Vanessa, 27 jaar
Vanessa is een van de vele jongeren die ik leerde kennen via de jongereninloop De Pitstop. Vanessa is moeder van vier kinderen, gescheiden en sinds kort dakloos. Ze verblijft bij de nachtopvang in Alkmaar, DNO Doen. Haar kinderen wonen bij hun vader.

Op haar 19e jaar ontmoette Vanessa de vader van haar kinderen. Omdat hij streng islamitisch was werd verwacht dat ze snel zouden trouwen, moest Vanessa zich bekeren tot de Islam en werd ze in een traditionele en ongelijkwaardige rol geduwd. Ze stond alleen in het opvoeden van de kinderen en kreeg weinig vrijheid. Na zeven jaar zijn ze uit elkaar gegaan, wat vanwege het strenge geloof nog moeilijk was. Vanessa heeft vier kinderen gekregen die nu bij hun vader wonen. De jeugd- en Gezinsbescherming is betrokken en momenteel is het voor Vanessa alleen mogelijk om haar kinderen één dag in de week te zien, onder begeleiding. Als tijdelijke noodoplossing kan dit bij Jongereninloop De Pitstop.
“Je gaat je toch anders gedragen als iemand op je let. Maar ik ben zo blij dat ik ze elke vrijdagmiddag weer bij me heb! Ze wonen nu bij hun vader met drie andere kinderen van zijn nieuwe vrouw. Ik vind het verschrikkelijk dat mijn kinderen daar moeten zijn. Terwijl ik wel gezag en voogdij over ze heb, alleen geen eigen woning.”
Vanessa zat al in de bovenbouw van de basisschool toen ze er achter kwam dat ze geadopteerd was. Dit was voor haar een hele pijnlijke ontdekking en ze heeft hier veel last van gehad. Thuis waren er veel conflicten en Vanessa ging steeds meer haar eigen gang. Er is veel ingezet vanuit Jeugdzorg, waarbij een hoop hulpverleners zijn langsgekomen. Toen ze 14 jaar oud was is Vanessa uit huis geplaatst. Tot haar 18e jaar heeft ze bij verschillende jeugdinstellingen gezeten, waaronder gesloten jeugdzorg.
“Ik vind het verschrikkelijk tussen al die junks. Ik ben zelf anti-drugs, als een van de weinige daar. Ze smokkelen veel drugs naar binnen en ik denk dat de begeleiders dit expres door de vingers zien om chaos te voorkomen. Het loopt zo vaak uit de hand, ze kunnen het vaak niet onder controle houden. Ik ga daarom vaak alleen zitten met oordopjes in, afgezonderd van iedereen.”


“Ik heb weinig geld om van te leven, toch wil ik niet eten bij DNO. Je krijgt altijd soep met bevroren brood. Daarom haal ik zelf eten en hoef ik niet tussen de junks te zitten. Je moet wel op tijd zijn, anders sta je voor een dichte deur. Ik slaap slecht door al het lawaai en slechte ventilatie, iedereen wordt ziek van elkaar. Ik vraag me af hoe lang ik dit nog volhoud. Het allerergst vind ik dat ik mijn kinderen niet bij me heb.”
Vanessa kan wanneer ze in conflict komt of zich bedreigd voelt, erg agressief worden. Op de nachtopvang voelt ze zich regelmatig onveilig en heeft ze veel te maken met negatieve aandacht. Ze is één van de weinige vrouwen die daar verblijft en ze wordt vaak lastig gevallen met seksuele toespelingen. Ze wordt als jonge vrouw van kleur veel nagekeken en gediscrimineerd. Hoewel nu erger en openlijker, is dit niet nieuw voor haar. Vroeger had ze daar veel moeite mee, tegenwoordig gaat ze er volop tegenin. Ze bijt van zich af, met woorden en soms met vuisten.


